Menu
Je winkelwagen

Veilig kaarsen branden

Het veilig branden van kaarsen is van het grootste belang om brandongelukken en letsel te voorkomen. Hier zijn gedetailleerde instructies om kaarsen op een veilige manier te branden:

1. Kies de juiste locatie:

  • Plaats kaarsen op een stevige, vlakke ondergrond die hittebestendig is. Vermijd het gebruik van instabiele of ontvlambare oppervlakken.
  • Houd kaarsen uit de buurt van gordijnen, meubels, boekenplanken, papier of andere brandbare materialen.
  • Zorg voor voldoende afstand tussen kaarsen, zodat ze elkaar niet raken of elkaars vlam kunnen bereiken.
  • Plaats kaarsen uit de buurt van tocht, airconditioners en ventilatoren om onregelmatig branden te voorkomen.

2. Voorbereiding:

  • Zorg ervoor dat je kaarsen gebruikt met een passende houder of schotel om druppels en morsen op te vangen.
  • Knip de lont tot ongeveer 1/4 inch (6 mm) boven de was voordat je de kaars aansteekt. Een te lange lont kan leiden tot grote vlammen en rook.
  • Als je kaarsen voor het eerst brandt, laat ze dan lang genoeg branden zodat de bovenste laag van de was volledig vloeibaar is om tunnelvorming te voorkomen.

3. Veilig aansteken:

  • Gebruik een lange aansteker of lucifers om kaarsen aan te steken. Steek nooit kaarsen aan met een gasfornuis of een andere open vlam.
  • Als je meerdere kaarsen tegelijk wilt aansteken, gebruik dan een kaarsenhouder of een speciale aansteker met meerdere lonten om veiligheid te waarborgen.

4. Houd toezicht:

  • Laat kaarsen nooit onbeheerd achter, vooral niet in een kamer waar je slaapt, of bij kinderen of huisdieren.

5. Onderhoud tijdens het branden:

  • Laat kaarsen branden totdat het gesmolten wasoppervlak de hele diameter van de kaars bereikt. Dit helpt tunnelvorming te voorkomen.
  • Blaas kaarsen uit als je ze verlaat of voordat je gaat slapen. Gebruik een kaarsendover om blazen te voorkomen.
  • Gebruik nooit water om een kaars te doven, omdat dit spatten, brandwonden en de vorming van wasresten kan veroorzaken.

6. Brandduur en hergebruik:

  • Beperk de brandduur tot de aanbevolen tijd die meestal op de kaarsverpakking wordt vermeld. Overbranding kan de kaars beschadigen.
  • Als de kaars rookt, wakkert of een grote vlam produceert, doof deze dan onmiddellijk en knip de lont tot 1/4 inch (6 mm).

7. Veilig doven:

  • Gebruik een kaarsendover of deksel om kaarsen te doven. Dit minimaliseert de rook en voorkomt morsen.

8. Bewaar kaarsen veilig:

  • Bewaar kaarsen op een koele, droge plaats, uit de buurt van direct zonlicht en hittebronnen.

Volg deze instructies zorgvuldig op om van je kaarsen te genieten terwijl je de veiligheid van jezelf en je omgeving beschermt. Kaarsen kunnen een prachtige sfeer creëren, maar alleen als ze op de juiste manier worden gebruikt.